Nieuws

Thuis / Nieuws / Industrie nieuws / Hoe zorg ik ervoor dat het zuurstofgehalte in de oven minder dan 20 ppm bedraagt?

Hoe zorg ik ervoor dat het zuurstofgehalte in de oven minder dan 20 ppm bedraagt?

Tijdens het gebruik is het een cruciale stap om ervoor te zorgen dat het zuurstofgehalte in de stof- en zuurstofvrije oven minder dan 20 ppm bedraagt, omdat dit direct verband houdt met de bescherming van de materialen en het behoud van de kwaliteit tijdens het bakproces.

1. Voorbereidingsfase
Oveninspectie: Vóór gebruik moet de stof- en zuurstofvrije oven moet volledig worden geïnspecteerd om er zeker van te zijn dat deze goed is afgedicht en geen luchtlekkage heeft. Controleer tegelijkertijd of de gasleiding en klep intact zijn om de normale toevoer van inert gas te garanderen.
Reinigen en drogen: De binnenkant van de stof- en zuurstofvrije oven wordt grondig gereinigd en gedroogd om mogelijke onzuiverheden en vocht te verwijderen, die de bewaking en controle van het zuurstofgehalte kunnen beïnvloeden.

2. Vullen met inert gas
Gaskeuze: Selecteer, afhankelijk van de gebruikseisen van de stof- en zuurstofvrije oven, een geschikt inert gas, zoals stikstof (N2) of kooldioxide (CO2). Deze gassen zijn chemisch stabiel, reageren niet met materialen en kunnen oxidatie van materialen effectief voorkomen.
Gasvulling: Inert gas wordt via een speciaal gasvulsysteem in de stof- en zuurstofvrije oven gevuld. Tijdens het vulproces moeten de vulsnelheid en -druk worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat het gas gelijkmatig wordt verdeeld en de vorming van lokale gebieden met hoge concentraties wordt vermeden.
Luchtvervanging: Tijdens het vullen van het inerte gas wordt de lucht in de oven via het uitlaatsysteem afgevoerd. Dit proces moet worden herhaald totdat het zuurstofgehalte in de stof- en zuurstofvrije oven is teruggebracht tot onder de ingestelde waarde.

III. Bewaking en controle van het zuurstofgehalte
Bewakingsapparatuur: Installeer uiterst nauwkeurige bewakingsapparatuur voor de zuurstofconcentratie, zoals elektrochemische zuurstofsensoren of optische zuurstofsensoren in de stof- en zuurstofvrije oven. Deze apparaten kunnen het zuurstofgehalte in de oven in realtime monitoren en de gegevens terugsturen naar het besturingssysteem.
Bewakingsnauwkeurigheid: Selecteer, afhankelijk van de specifieke vereisten van de stofvrije en zuurstofvrije oven, bewakingsapparatuur met de juiste nauwkeurigheid. Voor ovens die een zuurstofgehalte van minder dan 20 ppm vereisen, moet bijvoorbeeld apparatuur worden geselecteerd die het zuurstofgehalte binnen dit bereik nauwkeurig kan meten.
Bewakingslocatie: Selecteer een geschikte locatie in de stof- en zuurstofvrije oven om de bewakingsapparatuur te installeren om ervoor te zorgen dat het zuurstofgehalte in de oven volledig en nauwkeurig kan worden weergegeven. Over het algemeen moet de bewakingsapparatuur op een representatieve plaats in de oven worden geïnstalleerd, zoals het centrale gebied of een gebied waar het gas sneller stroomt.
Controlesysteem: Volgens het feedbacksignaal van de bewakingsapparatuur past het controlesysteem automatisch de stroomsnelheid van het inerte gas en het uitlaatvolume van de oven aan om het zuurstofgehalte in de oven onder de ingestelde waarde te houden. Het besturingssysteem kan geavanceerde automatiseringstechnologie en algoritmen gebruiken om nauwkeurige controle en snelle respons te bereiken.
Instelwaarde: Stel, afhankelijk van de gebruikseisen van de stof- en zuurstofvrije oven en de eigenschappen van het materiaal, de juiste instelwaarde voor het zuurstofgehalte in. Voor sommige gevoelige materialen kan het bijvoorbeeld nodig zijn om het zuurstofgehalte op een lager niveau te regelen. De ingestelde waarde moet de productie-efficiëntie maximaliseren en er tegelijkertijd voor zorgen dat het materiaal niet wordt geoxideerd.
Alarm en bescherming: Wanneer het zuurstofgehalte in de stofvrije en zuurstofvrije oven de ingestelde waarde overschrijdt, moet het besturingssysteem het alarmapparaat activeren om de operator eraan te herinneren maatregelen te nemen. Tegelijkertijd moet het besturingssysteem ook automatisch beschermingsmaatregelen starten, zoals het uitschakelen van de verwarming, de uitlaatklep, enz., om oxidatie van het materiaal te voorkomen.

IV. Bedieningsproces en personeelstraining
Bedieningsproces: Ontwikkel een gedetailleerd bedieningsproces en verduidelijk de bedieningsstappen en voorzorgsmaatregelen voor elke stap. Operators moeten het proces strikt volgen om ervoor te zorgen dat elke stap correct is.
Personeelstraining: Bied professionele training aan operators om hen vertrouwd te maken met het werkingsprincipe, de bedieningsmethode en de veiligheidsmaatregelen van stofvrije en zuurstofvrije ovens. Tegelijkertijd moet de training ook het omgaan met noodsituaties en het oplossen van problemen omvatten om het vermogen van de operator om te reageren en problemen op te lossen te verbeteren.

V. Regelmatig onderhoud en inspectie
Onderhoud van apparatuur: Onderhoud en service van de oven regelmatig, controleer de werkstatus van gasleidingen, kleppen, bewakingsapparatuur en andere componenten om hun normale werking te garanderen.
Gasdetectie: Detecteer regelmatig het gas in de oven om er zeker van te zijn dat het aan de gebruikseisen voldoet. Indien blijkt dat de gaskwaliteit verslechtert of niet aan de eisen voldoet, dient deze tijdig vervangen of verwerkt te worden.